“Uit de oude doos”

Hoe het allemaal begon…

In 2002 kampeerden we met ons gezin op een boerencamping in de kop van Noord-Holland.
Op deze camping hadden Sip en Tjits, beiden gepensioneerd, een seizoenplaats.
Op een dag kwamen zij thuis van een bezoek aan een kofferbakmarkt aan de kust en gaven mij een plastic tas met daarin 15 poppenkastpoppen. “Voor jou, omdat wij denken dat jij dit heel leuk vindt”. Ik was verrast én blij, want toen ik naar de koppen keek, kwamen er spontaan namen en karakters naar boven in mijn brein.

Ik zat met de poppen voor onze tent en binnen de kortste keren stonden er kinderen om mij heen en hadden we samen hele verhalen. Sip had dat ook gezien en hij kwam naar mij toe met de mededeling: “Vanavond speel jij om 8 uur poppenkast in de stal”. Protest van mijn kant hielp niet, hij had het poppenkastspel al aangekondigd op A4tjes en die op de deuren van de toiletten geplakt. Tegensputteren had geen zin…

En dus keek ik nog eens goed naar de poppen en koos er 6 uit: Koning Zuurpruim, zijn dochter Prinses Anastasia, een tovenaar, Japie de grappenmaker, Prins Pieter uit het Land Hiernaast en de grote, groene Krokodraak. Ik bedacht de hoofdlijnen van het verhaal en ’s avonds verstopte ik mij achter de deuren van een paardenbox in de stal.

Gespannen wachtte ik af of er publiek zou komen… En ja hoor, aan de andere kant van de deur kwamen kinderen en hun ouders. En natuurlijk waren daar ook Sip en Tjits… Het werd muisstil toen Koning Zuurpruim mopperend door de vertrekken van zijn kasteel liep… Gedurende het verhaal leefden de kinderen en hun ouders mee door dat luid te laten horen. Het was feest in de stal!

En eerlijk is eerlijk, ik had de smaak te pakken. Wat was dit leuk zeg! Als kind schreef ik al graag verhalen, ik bleek te beschikken over een enorme fantasie. Thuis en op school kreeg ik daar alle ruimte voor. En nu was het vertellen van verhalen weer aangewakkerd…

Aan het eind van onze vakantie vroegen Sip en Tjits of zij voor mij poppen mochten blijven verzamelen. Dan hadden zij een mooi doel om de kofferbakmarkten af te struinen gedurende de zomer. En zo geschiedde…

Het jaar daarop, 2003, stonden wij weer op de camping en hadden zij een vuilniszak vól poppen verzameld. We deden “handje klap” en de koop was gesloten. Wát een geweldige karakteristieke koppen kwamen er uit die zak. Ik kon en kán er uren naar kijken…

Ik had thuis ook niet stil gezeten. Ik was begonnen met de verhuur van verkleedkisten in allerlei thema’s en ik wilde de ouders en de kinderen poppenkast laten spelen tijdens het kinderfeest. Ik had het eerste verhaal helemaal uitgewerkt en een tweede geschreven. Over Koning Glimlach die zijn vrouw, Koningin Lieve wil verrassen met een prachtig cadeau… Maar er gaat het een en ander mis… En dat werd uiteraard tijdens onze vakantie ook gespeeld voor publiek. Deze keer zat ik in onze tent met een stoffen poppenkast in de deuropening en het publiek zat vóór de tent. En opnieuw was het een feestje…

Sip en Tjits bleven poppen voor mij op de kop tikken… In de zomer van 2004 herhaalde zich het “ritueel”. Ik had nóg meer poppen en een nieuw verhaal. Over de trouwerij van Prinses Teutebel met Flip Flierefluiter. Van oude gordijnen en een windscherm werd een poppenkast gemaakt in de buitenlucht en het feest kon beginnen.

In de loop van de jaren heb ik meer verhalen geschreven en gespeeld. En ik niet alleen, tijdens de feestjes was de poppenkast een geliefd onderdeel. Bij de kinderen, maar ook bij de ouders. Kinderen bedenken zelf ook de meest geweldige avonturen in de poppenkast.

Begin 2018 ben ik gestopt met de verhuur van de verkleedkisten. De poppenkastpoppen en de verhalen zijn gebleven. Als Kaatje Stip of als mezelf kom ik inmiddels op kinderfeestjes, op evenementen, in verzorgingshuizen en op scholen. En dan komen de poppen en de verhalen met mij mee voor heel veel poppenkastpoppenpret 🙂

2002 in de stal
2003 in de tent
2004 in de buitenlucht
2004 in de buitenlucht
2004 in de buitenlucht